Oorspronkelijk gepubliceerd in 2008

De fratsen van Freud

Sigmund Freud en dochter Anna

Afbeelding 1a: Sigmund en Anna

Misschien zou het beter zijn als wij ons Freud voornamelijk herinnerden via deze foto -en niet via de diepzinnige poses die we van hem gewend zijn.

Zie hoe Anna haar arm liefdevol door de zijne steekt hoewel hij haar avances ontegensprekelijk verwerpt. De wijze waarop hij zijn sigaar (of sigaret) positioneert, laat aan duidelijkheid niets te wensen over: het meisje moet zich geen begoochelingen maken.

Bemerk ook de hoek die hij maakt met zijn wandelstok, m.a.w.: zijn drift is niet op de vader-dochter relatie toepasbaar.

Anna heeft hiermee ongetwijfeld begrepen dat hij in werkelijkheid ontzettend naar haar verlangde.

Enzovoort! Wie zulke onzin leuk vindt, vindt in de geschriften van Sigmund Freud meer dan zijn/haar gading.

Ik ben een half jaar geleden opnieuw begonnen aan het lezen van de correspondentie tussen Freud en Wilhelm Fliess (van 1887 tot 1904), met de oprechte bedoeling dit keer door te gaan tot het einde. Deze brieven zijn sowieso interessant omdat ze tot voor enkele jaren zorgvuldig -woord na woord- werden gecensureerd. Freud vernietigde alvast alles van de correspondentie dat in zijn bezit was, en bewoog hemel en aarde opdat ook de brieven die hij had verstuurd naar Fliess zouden worden verbrand. Helaas voor hem kwamen die in handen van een bewonderaarster die weigerde in te gaan op zijn verzoek. Daarom dat wij ze nu nog hebben.

De volledige, ongecensureerde versie van de briefwisseling werd pas gepubliceerd in 1985. In de vorige uitgaves, gedirigeerd door Anna Freud, Ernest Kris en Maria Bonaparte (de rijke bewonderaarster die de brieven had gekocht) ontbraken de passages die volgens Anna niet interessant waren voor de lezer -alles samen zowat de helft van de tekst, maar men moest daar niks achter zoeken.

Het is leerrijk om de twee versies naast mekaar te leggen. Zo vindt men bijvoorbeeld dat in de ongecensureerde versie (en alleen daar!) dokter Freud ...

Grappig is ook wanneer Freud schrijft dat hij de stad Wenen op een gegeven ogenblik helaas onmogelijk kan verlaten om naar een congres te gaan in Berlijn, omdat een patiënte van hem aan de beterhand was en wel eens in zijn afwezigheid zou kunnen genezen. In de geredigeerde versie van Anna Freud klinkt de reden waarom hij niet naar dat congres kan gaan als volgt:

"Het gaat niet vanwege de praktijk, waar mijn belangrijkste cliënte juist nu een soort nerveuze crisis doormaakt... en ook niet vanwege mijn gezin."

In werkelijkheid schreef Freud:

"Het gaat niet vanwege de praktijk, waar mijn belangrijkste cliënte juist nu een soort nerveuze crisis doormaakt en misschien in mijn afwezigheid gezond wordt, en ook niet vanwege mijn gezin."

(beide versies zijn woord na woord vergeleken door Han Israëls, zie infra).

Er ontbrak nog wel meer in de brieven zoals ze werden gepubliceerd door dochter Anna, maar dit alles is de laatste jaren veelvuldig beschreven door anderen en ik ga er hier niet te lang over uitweiden. Ik wil liever vertellen over het beeld van Freud dat in de briefwisseling met Fliess naar voor komt.

Drang naar erkenning

Het meest opvallende aan de Freud uit de brieven is wat mij betreft zijn hang naar erkenning. Hij is erg fier op zijn denkbeelden, en in zijn fantasie beschouwt hij zichzelf hoe langer hoe meer als een groot Denker. Zo groot, dat hij zichzelf later zal uitroepen tot de chronologische derde in het rijtje pioniers die de mens van zijn troon stootten als (a) middelpunt van het heelal (Copernicus), (b) hoofdacteur in het scheppingsverhaal (Darwin) en (c) meester over zichzelf (Freud). Hij vergeleek zichzelf ook met Einstein; zoals Einstein de pionier van de fysica kon genoemd worden, zo was Freud naar eigen zeggen de pionier van de psychologie.

Die drang naar erkenning kan men hem eigenlijk moeilijk kwalijk nemen, en dat hij zijn eigen theorieën teveel waarde toedichtte eigenlijk ook niet. Heel wat studenten worstelen in de eindfase van hun eindverhandeling of doctoraat met gelijkaardige (overspannen) denkbeelden. 't Is menselijk! En in tegenstelling tot de meeste van die vlijtige schrijvers heeft Freud natuurlijk tot voor kort een onmiskenbare invloed gehad op onze maatschappij en haar denkbeelden. De meeste mensen zijn er zich echter niet van bewust wat hij precies verkondigde; zij hebben iets gehoord omtrent het onderbewuste en het Oedipuscomplex en nemen deze plastische begrippen aan als reëel bestaande entiteiten, waarbij het de verdienste van Freud zou zijn dat hij ons met de neus op de feiten heeft gedrukt.

Universele allures

Een tweede aspect dat uit Freud's brieven naar voorkomt, is het gemak waarmee één enkele observatie (of zelfs één enkele gedachte) universele allures krijgt toebedeeld. Het lijkt plausibel in de gedachtegang, dus het is ook zo, zelfs al schiet hij het een maand later al opnieuw af. Freud schrijft dikwijls erg gedreven, hij somt precedenten op in telegramstijl -zie je wel! Het kan niet anders! De oorzaak-van-dit-en-dat is bijvoorbeeld coïtus interruptus: komt het niet ter sprake in de getuigenissen, wacht dan gewoon nog even af en concludeer desnoods dat de patiënt het verzwijgt.

Ik sla een boek open van Freud -het enige dat ik ooit uit eigen beweging gekocht heb- op een willekeurige bladzijde (en dan enkele bladzijden terug). Het gaat hier over het geval "Dora" (Sigmund Freud, Ziektegeschiedenissen 2, Boom, Meppel/Amsterdam 1980). "Dora" vraagt zich af waarom net zij ziek is, waarop Freud haar vraagt of zij een geslachtsziekte heeft. Het meisje zegt last te hebben van witte vloed (fluor albus). Freud vervolgt, ik citeer:

... ik kwam haar tegemoet door haar te verzekeren dat fluor bij jonge meisjes naar mijn mening in de eerste plaats op masturbatie wees. (...) Zij was dus, zei ik, op weg haar vraag waarom juist zij ziek was geworden, te beantwoorden, namelijk door te bekennen dat zij waarschijnlijk in haar kinderjaren had gemasturbeerd. Zij ontkende zeer beslist zich iets dergelijks te kunnen herinneren. Maar enkele dagen later voerde zij iets op dat ik als weer een stap verder in de richting van een bekentenis moest beschouwen. Zij droeg die dag namelijk -wat nooit eerder het geval was geweest en zich ook nooit zou herhalen- een beugeltasje over haar schouder, een tasje van een vorm die juist in de mode kwam en terwijl zij lag te praten, speelde zij ermee door het te openen, er een vinger in te steken, het weer te sluiten enzovoort. (...) Dora's tasje met de beugelsluiting is niets anders dan de uitbeelding van het vrouwelijk genitaal en dat zij met het tasje speelt, ...

De rest kunt u zelf wel raden. Het meisje heeft volgens Freud dus overduidelijk in haar kinderjaren gemasturbeerd. Freud realiseert zich nu ook waarom zij afkerig is van nieuwe dokters: zij was bang dat een eventuele nieuwe dokter

... bij het onderzoek (op grond van de catarre) of tijdens het gesprek (door de mededeling dat zij last van bedwateren had gehad) achter de oorzaak van haar kwaal zou komen, zou ontdekken dat zij had gemasturbeerd.

Freud is nu niet meer te stoppen: Dora heeft maagkrampen en het is bekend hoe vaak maagkrampen juist bij iemand die masturbeert optreden. Als toetje rapporteert hij nog de bevinding van zijn vriend Fliess die een "maagplek" in de menselijke neus heeft ontdekt en maagpijn behandelt door deze plek uit te branden (!). Dit wordt 'langs de neus weg' vermeld alsof het een wetenschappelijke bevinding betreft. Over de neustheorieën van Fliess later meer, ze zijn zeer vermakelijk voor wie er niet het slachtoffer van was.

Wat was er nu echt aan de hand met Dora? Het huwelijk van haar ouders stelde niets meer voor (net zoals dat van Freud na 1895). Aan haar moeder had Dora absoluut niets, en haar vader had een affaire met een andere vrouw (mevrouw K.). De echtgenoot van die vrouw (mijnheer K.) had een oogje op de achttienjarige Dora en viel haar lastig. Dora's vader vond dat misschien nog zo slecht niet -hij zag daarin wellicht de gedroomde oplossing voor zijn eigen probleem, maar Dora zelf was absoluut niet opgezet met de belangstelling van mijnheer K., de echtgenoot van haar vaders minnares, en zij kreeg het er zo van op de heupen (zij kreeg o.a. zelfmoordgedachten en tics) dat haar vader haar naar Freud stuurde. Dat was het.

Freud's claims in het algemeen doen soms denken aan de onfeilbaarheid van de paus inzake fundamentele geloofskwesties. Die onfeilbaarheid stelt in wezen evenveel voor als bv. de stellige uitspraak van uw overbuurman dat hij volgens zichzelf (en, indien hij die heeft, zijn volgelingen) 's werelds grootste denker ooit is. Dit denkbeeld geldt in zijn eigen wereld en voor al wie hem daar vervoegt, maar daarbuiten maakt het weinig indruk. Op een gelijkaardige manier probeert Freud zijn eigen theorieën geloofwaardigheid te verlenen met argumenten vanuit de theorie zelf. U bent verliefd op uw oom! zegt hij tegen zijn patiënte. Wanneer het meisje dit beaamt -case closed. Haalt zij daarentegen onverschillig haar schouders op, ik? Verliefd op mijn oom? Ik weet niet... -ja, dan weten we genoeg, een punt wederom voor Freud. Laat haar de gedachte echter bestrijden, weglachen, als complete nonsens afdoen, zelfs dan voelt Freud zich gesterkt in zijn denkbeeld. Al bij al heeft hij telkenmale gelijk in zijn eigen wereld, waar zowel een ja als een nee (en ook alles daar tussenin) eigenlijk een ja is -desgewenst. Buiten die wereld hebben dit soort spitsvondigheden echter weinig betekenis.

Gerard Depardieu

Uit "Gazet Van Antwerpen", 9 september 2004: "Na 28 jaar psychoanalyse ga ik gemakkelijker de confrontatie aan met bepaalde waarheden", aldus Depardieu.

Een ferme stap vooruit, proficiat Gerard!

Freud op zijn best

Dora, Freud's patiënte (zie tekst) vertelt de Meester over een voorval dat haar 4 jaar eerder is overkomen. Mijnheer K., de echtgenoot van de minnares van Dora's vader, had het toen veertienjarige meisje onder een vals voorwendsel naar zijn winkel op de markt in B. gelokt; had al zijn personeel weggestuurd, de rolluiken neergelaten en had toen, in plaats van de winkel te verlaten, het arme meisje tegen zich aangeklemd en haar een kus op de lippen gedrukt. Dora voelde een hevige walging, rukte zich los en rende naar buiten. Zij repte met niemand over het voorval, maar vermeed in de daaropvolgende tijden om met mijnheer K. alleen te zijn.

Commentaar van Freud, en wij citeren letterlijk: Bij dit voorval... is het gedrag van het veertienjarige kind al volkomen hysterisch. Elke persoon bij wie een aanleiding tot seksuele opwinding overwegend of uitsluitend onlustgevoelens oproept, zou ik zonder aarzelen als hysterisch beschouwen, ongeacht of die persoon nu in staat is de lichamelijke symptomen te produceren of niet.

Nog een ander fragment: Dora zegt tegen Freud dat mevrouw K. alleen van haar vader houdt omdat hij een vermogend man is.

Commentaar van Freud: ... ik merkte aan bepaalde kleine details van de manier waarop zij dat zei en zich daarbij gedroeg, details die ik hier... onvermeld laat, dat achter deze uitspraak het tegengestelde schuilging, namelijk dat haar vader een onvermogend man was. Dit kon alleen maar seksueel bedoeld zijn, dus dat haar vader onvermogend, impotent was.

Wanneer men deze redenering vervolgens opnieuw invult in de oorspronkelijke uitspraak, krijgt men: "mevrouw K. houdt alleen van mijn vader omdat hij impotent is". Wanneer Freud het meisje confronteert met deze ongerijmdheid ("toen ik haar voorhield aan welke tegenspraak zij zich schuldig maakte...", klinkt het -Freud doet dus gewoon alsof zijzelf dit gezegd heeft), verlegt de geobsedeerde dokter het gesprek naar het feit dat men ook op andere manieren seksueel bevredigd kan worden. Niets nieuws voor een achttienjarig meisje en dus lijdt het geen twijfel, nog steeds aldus Freud, dat Dora fantaseert over orale seks tussen haar vader en mevrouw K. .

Voor alle duidelijkheid: Freud leidt dit louter en alleen af uit het feit dat Dora de gehate vrouw verwijt dat zij uit is op het geld van haar papa.

De eerlijkheid gebiedt ons echter het volgende te vermelden: in de originele tekst staat "Dit kon alleen maar seksueel bedoeld zijn, dus dat haar vader onvermogend, impotent was. Nadat Dora deze duiding op grond van haar bewuste kennis had bevestigd, hield ik haar voor aan welke tegenspraak zij zich schuldig maakte, wanneer zij enerzijds bleef volhouden dat haar vaders verhouding met mevrouw K. een gewone liefdesverhouding was, en anderzijds beweerde dat haar vader impotent was, ..."

Freud vermeldt dus bijna terloops -in een bijzin- het revolutionaire feit dat Dora zijn ogenschijnlijk krankzinnige hypothese bevestigt alsof het niets is. Wij twijfelen hier sterk aan de weergave van Freud. Wanneer een meisje klaagt dat het de minnares van haar vader om geld te doen is, en jij zegt daarop dat ze daarmee bedoelt dat haar vader impotent is, dan denk ik niet dat dat meisje dat zomaar gewoonweg zal bevestigen. Maar zelfs als Dora dat in dit geval zou beaamd hebben... stel bv. dat Freud haar murw praat met zijn obsessie tot ze (om van zijn gebazel af te zijn) beaamt dat het allemaal wel zal zijn zoals hij zegt, dan zou Freud dat niet afdoen met de nuchtere vaststelling "nadat Dora deze duiding op grond van haar bewuste kennis had bevestigd, ...". Dan zou hij die triomf luid uitbazuinen, en het hele discours (incl. de oorspronkelijke weerstand van het meisje tegen deze interpretatie en hoe hij die overwon) gedetailleerd omschrijven.

Dat iedereen er het zijne over denkt; wij denken dat Freud hier zijn krankzinnig discours stut met een gemakkelijk leugentje.

Al is de leugen nog zo snel...

Freud beweerde nogal snel dat patiënten genezen waren. Zo is er het geval Anna O., een van de succesverhalen van de psychoanalyse. Anna O. werd behandeld door Josef Breuer, een arts die mede aan de basis ligt van de psychoanalyse. Freud schrijft in zijn "Autobiografie" dat het meisje genezen was (in 1882) en gezond is gebleven. In werkelijkheid is Anna O. afgevoerd naar een psychiatrische inrichting. Het allervreemdste is echter dat Freud een jaar nadien aan zijn verloofde schrijft dat hij van Breuer had vernomen dat het met Anna O. zo slecht ging dat Breuer hoopte dat zij spoedig door de dood uit haar lijden zou worden verlost (Han Israëls, 1999). Niet echt een succes dus. Freud was dus op de hoogte van haar toestand, maar achteraf in zijn biografie schrijft hij iets totaal anders.

Iets gelijkaardigs wat betreft Dora. Freud zegt dat het meisje de ontketende demonen niet langer aankon en uit de therapie stapte net toen hij op het punt stond om de behandeling met succes te beëindigen.

In feite maakte Dora (een normaal, intelligent, gevoelig meisje) in december 1900 een fantastisch goed voornemen voor de nieuwe eeuw: dat zij zich de sessies met die gestoorde maniak niet langer zou laten welgevallen. Dat het voor haar, na drie maanden lang door deze fantast beticht te zijn van al wat men zich kan verbeelden (o.a. homoseksualiteit, de wens verkracht te worden, incestueuze neigingen, orale seksfantasieën, masturbatie en nog veel veel meer), genoeg was geweest . En dus aanhoorde zij tijdens de sessie van 31 december 1900 geduldig Freuds waanzinnige uiteenzettingen... vermeed zorgvuldig hem tegen te spreken... wenste hem tenslotte een gelukkig nieuwjaar... en weg was zij!

Hoe liep het met haar af, nadat zij de "therapie" voortijdig had verlaten? Toen het ziekelijk kindje van het echtpaar K. in mei van het jaar 1901 overleed, bracht Dora een condoleantiebezoek aan het echtpaar. Zij werd goed ontvangen en tegen het licht van dit dramatisch verlies kwamen de andere gebeurtenisssen in een ander licht te staan -en konden zij uiteindelijk worden uitgepraat. Mevrouw K. bekende dat zij een verhouding had met Dora's vader, en mijnheer K. ontkende niet langer dat hij Dora had lastiggevallen. Daarmee klaarde voor Dora de hemel op en ging het beter met haar.

(Wat betreft haar latere leven: haar huwelijk was geen succes maar een verdienstelijk bridge-speelster werd zij wel, met als partner... mevrouw K.)

De aanbidding van Fliess

Een ander zeer opvallend aspect in de brieven van Freud is de bewondering, bijna aanbidding voor/van zijn vriend Wilhelm Fliess. Naar eigen normen was Freud ongetwijfeld latent en wat-nog-allemaal homoseksueel. Of hij het was of dat het eerder een soort jongensverliefdheid-op-leeftijd betrof laat ik in het midden, maar Freud vertoont in zijn brieven aan Fliess de symptomen van een verliefd man. Hij maakt Fliess deelachtig van zijn intiemste gevoelens. Hij prijst hem geregeld de hemel in. "Ik denk dat ik geboren ben om jouw 'claque' te zijn", schrijft hij op 31 oktober 1985. Hij aarzelt ook niet om -tussen neus en lippen- de onvolmaaktheid van zijn eigen seksleven ter sprake te brengen. Freud weet ook trots te melden dat dochter Anna de naam Wilhelm zou hebben gekregen als zij een jongen was geweest.

Hints omtrent de aard van de relatie tussen Freud en Fliess komen ook veelvuldig naar voor in de communicatie met een andere intieme vriend van Freud, Ferenczi.

Cocaïne

Ten laatste is er nog Freuds cocaïne-verslaving. Freud was jarenlang aan de cocaïne en diende het ook veelvuldig toe aan zijn patiënten. Zelf hield hij die verslaving in de hand, hij ging er niet aan ten onder en voor zijn patiënten kunnen we maar best hetzelfde hopen. In een poging om faam te verwerven in de beginjaren van zijn carrière, schreef hij een artikel over cocaïne waarin hij de drug de hemel in prees. Ook lange tijd nadien, toen de desastreuze effecten van de drug bij ieder weldenkend mens waren doorgedrongen, bleef hij de drug propageren als wondermiddel.

Hij gebruikte cocaïne in serieuze hoeveelheden. "Ik heb veel cocaïne nodig", schrijft hij op 12 juni 1895. Dat cocaïne-gebruik komt geregeld naar voor in de brieven. Cocaïne bood soelaas voor al zijn problemen: van lichamelijke klachten tot aanvallen van neerslachtigheid, en het bracht hem zijn geestigste invallen. Invallen die het onmiddellijk schopten tot universeel geldende theorieën. (Tenzij hij ze zelf weer verwierp.)

Conclusie

Is alles wat met Freud te maken heeft slecht? Maar nee. Zijn gevalsstudies lezen als romans die de lezer bijna willens-nillens meesleuren in his master's fantasy. Freud lijkt in zijn boeken op een onverdroten speurder, op zoek naar de waarheid. Hoezeer hij Sherlock Holmes ook bewonderde, diens niveau heeft hij nooit bereikt.

Voor mij is hij zonder meer verdienstelijk als verteller van fantastische verhalen. Patiënten genezen kon hij niet; de genezingen die hij rapporteert, blijken stuk voor stuk niet te stroken met de werkelijkheid. Hij loog ook over zijn databank. Hij stelde het voor alsof zijn theorieën waren onderbouwd door observaties uit zijn praktijk, maar vertelde er niet bij dat het meestal om één patiënte ging of ... gewoon om zichzelf. In zijn drang naar roem trachtte hij zich voor te doen als wetenschapper maar hij verzweeg feiten of vervalste ze. Hij nam zijn (door cocaïne geïnspireerde) seksuele en andere fantasieën aan voor waar en ging ze vervolgens herkennen in de bemiddelde dames die bij hem over de vloer kwamen.

Geen wonder dus dat zijn romans de lezer moeiteloos op zijn hand krijgen. Zij vormen een onuitputtelijke brond van vermaak, op het niveau van de "X-files" en "Baron von Münchhausen" met een flard "Liaisons Dangereuses", op schrift gesteld door een mix van Sherlock Holmes en Winnetou, genaamd Sigmund Freud.

Leerzame boeken betreffende de man met de hoed

Israëls, Han
"De Weense kwakzalver, Honderd jaar Freud en de freudianen", Bert Bakker 1999, ISBN 90 351 2069 8
Freud, Sigmund
"The complete Letters of Sigmund Freud to Wilhelm Fliess (1887-1904)", 1985, ISBN 0 674 15420 7
Freud, Sigmund
Het geval Dora, in "Ziektegeschiedenissen 2", 1980, Boom Meppel, ISBN 90-6009-378-x
Masson, Jeffrey Moussaieff
"The Assault on Truth", 1984, ISBN 0-345-45279-8

Links

Wetenschappelijke pornografie (de obsessies der psychoanalyse).