Oorspronkelijk gepubliceerd in 2008

Fliess, Freud en de neus

Sigmund Freud en Wilhelm Fliess

Afbeelding 1: Peppi & Kokki, alias Freud en Fliess

Wilhelm Fliess (1858-1928) was een gerespecteerde neus-keel-oor arts met een praktijk in Berlijn. Hij koesterde 2 fantastische ideeën: één omtrent bioritmes, en één omtrent de functie van de neus. Sigmund Freud was lange tijd zijn grootste fan.

Bioritmes

De misschien wel belangwekkendste "ontdekking" van Fliess is dat je alle belangrijke momenten in een mensenleven kunt beschrijven met behulp van de getallen 28 en 23. Het feit dat één dezer getallen kon worden gerelateerd aan de vrouwelijke menstruatie, bracht hem tot het inzicht dat de wereld kon worden ingedeeld en beschreven in termen van een vrouwelijke (oftewel emotionele) component en, tegengesteld daaraan, een mannelijke (oftwel fysieke). Biseksualiteit was in die dagen een populair onderwerp.

Alles kon worden verklaard met behulp van deze twee getallen. Gebeurtenissen in iemands leven - feiten uit de geschiedenis - geluk en tegenspoed, alles.

Nemen we de proef op de som met enkele belangrijke voorbeelden uit de wereldgeschiedenis:

Fliess was gefascineerd door deze verbanden en hoe verder hij zocht, hoe meer evidentie hij vond voor zijn stelling. Over de geboorte- en sterfdatum van Freud's vader schreef hij bv. "1 april 1815 - 24 oktober 1896 = 29792 = 38 * 28^2. Freud senior was geboren op dezelfde dag als Bismarck, die stierf op 30 juli 1898 en dus exact 644 = 23 * 28 dagen langer leefde."

Als deel van de wereld moet natuurlijk ook ikzelf (de auteur van deze webpagina) in dit plaatje passen. Laten we daarom enkele belangrijke gebeurtenissen uit mijn eigen leventje bekijken.

We zullen er niet teveel praatjes aan besteden. Hier is het bewijs dat je elk geheel getal kunt weergeven met een formule op basis van 28 en 23:

(als u die -9 niet wil, herschrijf het dan als (23 * 11) - (28 * 9) etc.)

Dezelfde eigenschap geldt trouwens voor elk paar gehele getallen zonder gemeenschappelijke deler, niet alleen voor 23 en 28. Nemen we bijvoorbeeld de getallen 30 en 7:

In zijn meesterwerk, "Das Ablauf des Lebens: Grundlegung zur Exakten Biologie" (Leipzig, 1906), past Fliess de formule 28x + 23y met succes toe op alle mogelijke verschijnselen, van cel tot zonnestelsel. (Dat de maan in 28 dagen een omwenteling maakt rond de aarde, en een zonnevlekcyclus 23 jaar duurt, zijn hierbij nog maar peanuts.) Volgens hem verliep het menselijk leven zelf in cycli van 28 dagen (de "gevoelige" cyclus) en 23 dagen (de lichamelijke). Fliess' meesterwerk staat naar verluidt vol met complex ogende numerieke beschouwingen die geen twijfel laten bestaan omtrent de unieke speciale bijzonderheid van de getallen 23 en 28.

Aanvankelijk beschouwde Freud de cyclustheorie van deze getallenbraker als een grote doorbraak in de biologie. Een tijdlang koesterde hij de idee dat seksueel genot het vrijkomen was van energie van de 23 dagen-cyclus, en seksuele lusteloosheid het vrijkomen van energie van de 28 dagen-cyclus. Jarenlang verwachtte Freud ook te zullen overlijden op de leeftijd van 51, de som van 28+23 en "een bijzonder gevaarlijke leeftijd voor mannen", aldus het Weense genie, "ik heb collega's gekend die plotseling op die leeftijd overleden, waaronder iemand die, na veel vertragingen, pas een paar dagen voor zijn dood tot hoogleraar was benoemd".

Freud kwam er na verloop van tijd achter dat de resultaten van Fliess op niets berustten -bij andermans theorieën is dat natuurlijk net iets gemakkelijker- maar anderen worstelden er blijvend mee. In de jaren 1920 voegde Alfred Teltscher (een Oostenrijkse leraar techniek) de intellectuele cyclus van 33 dagen toe. De menselijke levensloop en vele andere dingen werden van dan af beheerst door 3 curves van respectievelijk 23, 28 en 33 dagen, beginnend vanaf de geboorte. Wanneer bijvoorbeeld je intellectuele curve op een hoogtepunt komt (elke 33 dagen opnieuw), sta je op een intellectueel plafond. Is ze op bodemkoers, dan ben je intellectueel tot minder in staat dan anders. Idem voor de 2 andere curves.

Deze theorie behield gedurende de hele twintigste eeuw een schare trouwe aanhangers, en werd ook in de US gepopulariseerd gedurende de jaren 70 door George Thommen ("Is This Your Day? How Biorhythm Helps You Determine Your Life Cycles") en Bernard Gittleson ("Biorhythm--A Personal Science"). Het begrip "kritieke dag" vond zijn ingang. Kritieke dagen, dagen waarop je emotioneel, fysiek of intellectueel extra moest opletten voor... tja, waarvoor? het was niet alleen een kritiek ogenblik als je bioritme curve rond een dieptepunt zat; het was ook kritiek als je curve door het nulpunt ging, of als twee curves mekaar kruisten. En natuurlijk ook alle dagen daarrond. Een vermoedelijk uitermate kritieke dag is het wanneer de 3 curves mekaar kruisen. Bij ons, leden van het menselijk ras, voltrekt zich dit een eerste keer op de leeftijd van 58 jaar en 68 dagen en, zoals James Randi opmerkt omtrent de tweede triple-kruising (na dik 116 jaar), "if one has lived through the first, this crisis should definitely do one in".

Ondertussen waren er allerlei hulpmiddelen op de markt om de 3 bioritmes uit te rekenen. Swoboda had al een schuifmaat voor de eerste twee; maar Hans Früh uit Zwitserland creëerde de allereerste bioritme-rekenmachine. In de jaren zeventig kon je in de toenmalige Tandy-winkels zulk "machientje" kopen -zo noemden wij dat toen. Zo kon je snel je kansen op succes inschatten op intellectueel, fysiek en emotioneel vlak. Met de hand uitrekenen bleef natuurlijk goedkoper. Horlogefabrikant Certina had toendertijd zelfs een bioritme-horloge op de markt.

Zelf herinner ik mij nog een erg lovend artikel over het systeem der bioritmes in "Reader's Digest" halverwege de jaren '70. In dit artikel werd melding werd gemaakt van een onderzoek bij Japanse busbestuurders in dienst van de Ohmi maatschappij. In dit onderzoek kregen zij, voor zij aan hun dagtaak begonnen, informatie over de stand van hun bioritme, met eventueel de waarschuwing dat zij een kritieke dag tegemoet gingen en dus extra voorzichtig moesten zijn. Het aantal ongevallen nam naar verluidt af met 50%.

Al maakte dit onderzoek destijds ongetwijfeld indruk op de doorsnee Reader's Digest lezer zoals ik (op zeer jonge leeftijd), het vertoont ook enkele minder overtuigende aspecten. Indien het experiment inderdaad heeft plaatsgevonden, dan is er sprake van een Hawthorne-effect (zo noemt men dat in de psychologie), in dit geval: als men chauffeurs -in het kader van een experiment- aanraadt om extra-voorzichtig te zijn op bepaalde dagen wegens een vermeend verhoogd risico, zullen zij sowieso minder betrokken raken bij ongevallen, ongeacht de stand van hun bioritme.

Maar men hoeft hiervoor natuurlijk geen experiment op te zetten: door de historische ongevallenstatistieken te combineren met de geboortedatums van de betrokken chauffeurs, kan men de invloed van het bioritme veel preciezer (en goedkoper) evalueren.

In andere bronnen wordt hetzelfde succesverhaal toegeschreven aan de Kitchener busmaatschappij uit Ontario. Het aantal ongevallen daalt dan met 60% in plaats van 50%. Mij lijkt dit dus een broodjeaapverhaal.

In mijn allereerste jaar aan de universiteit nam ik zelf welwillend de proef op de som en noteerde tijdens de examenperiode de dagen dat ik goed leek te kunnen studeren en de dagen dat het mij absoluut niet afging, zonder dat er van bioritmes sprake was. Hoewel ik graag had besloten dat mijn lusteloosheid en gebrek aan ijver louter aan mijn bioritme te wijten waren, kwam ik bij narekening achteraf tot de conclusie dat de genoteerde pieken en dalen niet gerelateerd waren aan kritieke punten op mijn persoonlijke curves.

Daarmee was voor mij die kous af.

Anna

Anna Freud heeft alle (alle) verwijzingen naar "Het geval Emma E." uit de publicatie van haar vaders brieven (1950) verwijderd met de motivatie: Emma Eckstein was een vroege patiënte van mijn vader en er zijn veel brieven over haar in de correspondentie van Fliess die we hebben weggelaten omdat het verhaal onvolledig geweest zou zijn en nogal verwarrend voor de lezer.

De ongecensureerde briefwisseling is (in 1985!) toch naar buiten gebracht door Jeffrey Masson.

Neuzen

Wilhelm Fliess had nog een andere dada: de neus. Hij meende dat heel wat menselijke kwalen te maken hadden met de neus. Die kwalen konden opgelost worden door het bestrijken van de binnenzijde van de neus met cocaïne. Als dat niet hielp, ging hij over tot het dichtschroeien van de geviseerde plek in de neus. In ernstiger gevallen ging hij over tot de verwijdering van stukjes bot uit de neus. Freud was er van overtuigd dat zijn vriend hiermede een revolutionaire ontdekking had gedaan.

Emma Eckstein was een patiënte van Freud die, op verzoek van Freud, geselecteerd werd voor een neusoperatie bij Fliess in Berlijn. Emma (toen 27 jaar oud) had vage "zenuw"klachten, en Freud meende dat dit soort klachten terug te voeren waren op verkeerd afgevoerde seksuele energie (masturbatie, coïtus interruptus, condoomgebruik etc.) en verholpen konden worden door een Fliess-operatie aan de neus.

Wij vrezen dat er tot voor het ingrijpen van Fliess eigenlijk niets aan de neus van het meisje mankeerde maar dat beide heren, conform de theorieën die zij koesterden, met hun neusmanipulaties faam wilden verwerven.

Fliess had ruwweg twee methodes in verband met de menselijke neus: (1) toedoening van cocaïne, en (2) snijden en verwijderen.

In het geval van Emma Eckstein verwijderde Fliess een stuk bot uit de neus, operatief. (Als arts was hij hiertoe bevoegd.)

Een tijd na de operatie (Freud was toen al terug naar Wenen) schreef Freud aan Fliess dat de operatiewonde eigenlijk niet al te best genas. Er kwam etter uit de wonde en nog van die dingen. En het beterde er niet op; het werd zelfs zo erg dat Freud zich genoodzaakt zag om er een collega-arts bij te roepen. En het was die arts die (a) een draadje in de neus van de Emma bemerkte, (b) eraan trok en (c) daarop "minstens een halve meter operatieverband" uit de neus van Emma haalde (dixit Freud). De patiënte begon daarop zwaar te bloeden; op een gegeven ogenblik was haar pols niet meer te voelen en leek ze stervende.

Freud kon het niet meer aanzien en verliet de kamer. Emma overleefde het en toen Freud terug binnenkwam, verwelkomde ze hem met de woorden: "Dit is dus het sterke geslacht".

De wachtzaal

In dezelfde periode schrijft Freud ook aan zijn vriend dat zijn wachtzaal leeg is; dat hij al wekenlang geen nieuwe klanten heeft gezien (en dus geen nieuwe therapieën kan beginnen) terwijl geen van de lopende behandelingen afgerond kan worden.

Medelijden met het slachtoffer had Freud niet. Hij was vooral bezorgd om het welzijn van zijn vriend. Hij schreef aan Fliess: "Natuurlijk wijst niemand jou met de vinger, ik zou niet weten waarom!".

Enige tijd later liet hij weten dat Emma weldra lichamelijk opnieuw de oude zou zijn, maar dat de gebeurtenissen hysterische aanvallen e.d. tot gevolg hadden waarmee hij zijn handen vol had.

Het herstel van Emma verliep echter minder voorspoedig dan verhoopt: de bloedingen van na de operatie traden ook nadien nog op. Vervelend voor Fliess, maar schuldig hoefde hij zich niet te voelen: het wordt "ongeveer tijd dat je jezelf deze pietluttige vergetelheid vergeeft!", schreef Freud. Na verloop van tijd raakte hij er zelfs meer en meer van overtuigd dat de oorzaak van de bloedingen niets met de operatie te maken had, noch met het vergeten verband, maar dat de schuld lag bij... Emma zelf. De bloedingen, aldus Freud, kwamen voort uit haar seksueel verlangen.

Vergezocht? Bijlange niet! Reeds in haar kinderjaren bloedde Emma soms serieus uit haar neus en kloeg zij over hoofdpijn die zij zich eigenlijk-feitelijk inbeeldde. Ten gevolge daarvan, stelde Freud, had zij destijds haar eerste menstruatie verwelkomd als een bewijs dat zij wel degelijk ziek was, en de huidige bloedingen waren in feite wensbloedingen, voortkomend uit seksuele lust.

Wensbloedingen -daarmee is het onderzoek afgerond. Freud feliciteert zijn vriend Fliess met de operatie door te zeggen dat, ik citeer, diens reukorgaan "weer eens de juiste richting heeft aangewezen".

(Emma zag niks verkeerds aan Freud's ideeën en was er blijkbaar zelfs door geïndoctrineerd. In 1904 schreef zij een monografie over het gevaar van masturbatie tijdens de kindertijd, waarin zij een speciaal verband aanbeval om -geheel in de stijl van de meester- deze "gevaarlijke uitwas" te voorkomen. Zij stierf in 1924.)

Het bleef niet koek en ei tussen Freud en Fliess. Fliess verweet Freud dat die zijn theorieën had verklapt aan iemand anders (Hermann Swoboda) die met de eer ging lopen. Freud kwam erachter dat de numerieke manipulaties van Fliess onverenigbaar waren met zijn eigen theorieën en dus op niets berustten.

Als bewijs van het tegendeel overleed Fliess echter in 1928.

Bronnen:

Gardner, Martin
"Het Mathematische Carnaval", Uitgeverij Contact 1987, ISBN 90 254 6695 8
Israëls, Han
"De Weense kwakzalver, Honderd jaar Freud en de freudianen", Bert Bakker 1999, ISBN 90 351 2069 8
Freud, Sigmund
"The complete Letters of Sigmund Freud to Wilhelm Fliess (1887-1904)", 1985, ISBN 0 674 15420 7
Stroeken, Harry
Freud's verleidingstheorie