Oorspronkelijk gepubliceerd op 13feb2014
Schaken: een sport
Beste lezer, misschien las u enige tijd geleden in de krant de Vrije Tribune van ex-BRT medewerker Leo Stoops. Leo pleitte ervoor om het schaken te erkennen als sport en wist daartoe een resem sterke argumenten aan te dragen.
Tijdens het lezen van dit pleidooi raakten wij er zo van overtuigd dat schaken niet gewoon een spel is, dat wij besloten om de tijd die ons nog rest te spenderen aan de promotie en de erkenning van het schaakspel als sport. Waar kunnen wij daarvoor beter zijn dan in de gebouwen van het BOIC? Wij klampen voorbijgangers aan en vragen hen om steun voor onze actie. Vorige week botsten wij op een imposante man met een lange baard, zijnde de heer Eyckermans, erelid van de Belgische Federatie der Ganzenborders en tot voor kort voorzitter van "Ga Twee Stappen Achteruit Genk"! Onderweg naar een belangrijk onderhoud met het BOIC was hij zo vriendelijk om tijd voor ons te maken.
-Mijnheer Eyckermans, zeggen wij, heel erg bedankt dat u ons te woord wilt staan. Gaat u in naam van de Belgische Federatie der Ganzenborders een concreet initiatief nemen om activiteiten zoals ganzenbord, schaken etc. als sport te doen erkennen?
-Jazeker! antwoordt mijnheer Eyckermans. De ganzensport verdient als geen ander het predicaat "sport". Het rijmt niet toevallig op mekaar: sport... ganzen... bord, hoort u het? Maar het verbaast mij dat u schaken in één adem vernoemt met ganzenbord. Schaken is toch geen sport?
-Jawel toch!? zeggen wij. Schaken is... het heeft een uitgesproken competitie-element, zoals voetbal en atletiek en tal van andere sporten! Het is wel degelijk een sport!
-Wat is de definitie van "sport"? Sport is een menselijke activiteit waarbij men streeft naar (a) om ter verst, (b) om ter hoogst, of (c) om ter snelst, of waarbij men natuurlijk (d) iets doet met een bal, dat spreekt. Vergeten we (e) niet de activiteiten waarbij men in het rond springt zoals bij het turnen plus daarnaast ook (f) de krachtsporten. Dat, tesamen met hockey, is in één woord de definitie van sport. Bij ganzenbord gaat het "om ter snelst": men tracht om ter snelst het laatste vakje te bereiken -sport in zijn zuiverste vorm. Schaken voldoet helaas niet aan de definitie. 't Is niet om ter hoogst want het bord is plat; het is niet om ter snelst want niet zelden wint de speler die er het langst over doet. 't Is voorts niet met een bal, kracht komt er niet aan te pas en hockey is het al helemaal niet. Het enige waar men kan over palaveren is dat "om ter verst". Want als de pion in dat schaakspel van u zo ver oprukt dat hij de rand van het bord bereikt, dan verandert hij in een dame en daarmee is de partij, zo heb ik begrepen, beslist. Helaas zien we in uw oplostornooien ook de minorpromotie, waarbij de schaker vrede neemt met een minder, niet-doorslaggevend stuk. Met sport heeft dit geen uitstaans meer.
-Karabijnschieten, is dat dan een sport? vragen wij.
-Nee.
-De duivenmelkerij?
-Daar gaat het om ter snelst. Ontegensprekelijk een sport.
-Biljarten?
-Geen sport.
-'t Is toch met ballen? Biljartballen? Volgens uw definitie van daarnet is het dan een sport.
-Het zijn bollen. Dat is iets anders.
U ziet het niet beste lezer, omdat u niet naast ons staat, maar de uitleg van mijnheer Eyckermans begint ons te irriteren.
-Die ganzenbordspeler, zeggen wij, die is toch niet moe als zijn gans de eindmeet bereikt, niet? Kan men hemzelf dan beschouwen als een sportbeoefenaar?
-Ganzenbord verschilt daarin in niets van erkende sporten zoals de wielrennerij of de autosport, antwoordt mijnheer Eyckermans. In de wielrennerij doet de fiets het werk, in de autosport de auto en in de ganzensport de gans, gedreven door de dobbelsteen en ten langen leste den mens. Een geoefend sporter kan de dobbelsteen honderden malen gooien zonder dat het hem wezenlijk vermoeit. Training is een essentieel onderdeel van de ganzensport.
(De heer Eyckermans is ongemerkt overgegaan van "ganzenbord" naar "ganzensport". Maar dat voegt o.i. niets wezenlijks toe aan zijn argumentatie.)
-Toch gedragen sommige ganzenbordspelers zich onsportief, zeggen wij. Tot zelfs binnen onze eigen familie: als de dobbelsteen schuin op de rand van het bord komt te liggen, eisen sommigen dat de worp ongeldig wordt verklaard en anderen niet. We kunnen bijna voorspellen wanneer wel en wanneer niet. Is dat niet onsportief?
-Wie "onsportief" zegt, accepteert wel degelijk dat het om sport gaat. Zoals onverstandig verwijst naar verstand en ontrouw doet denken aan een vaste relatie.
De heer Eyckermans klinkt nu echt wel irritant. Het ganzenbord dat hij ophemelt, raakt nog niet aan onze schaakenkels en toch beschrijft hij het als het walhalla van de sport. Hier kunnen wij het niet bij laten.
-Nonsens! zeggen wij. En dan nog, wat zou het! De schaaksport kent het begrip onsportiviteit niet eens, zij wordt uitsluitend beoefend door fijne lieden. Daarenboven grijpt deze beoefening plaats op een veel hoger en complexer niveau dan bij u!